Dit is een gearchiveerde versie van www.webrichtlijnen.nl.

WCAG 2.0 - Succescriterium 2.1.1 Toetsenbord

Principe 2: Bedienbaar - componenten van de gebruikersinterface en navigatie moeten bedienbaar zijn

Richtlijn 2.1 Toetsenbordtoegankelijk: Maak alle functionaliteit beschikbaar vanaf een toetsenbord

Bedoeling van Richtlijn 2.1

Als alle functionaliteit kan worden bereikt door gebruik van het toetsenbord, kan het tot stand worden gebracht door gebruikers van een toetsenbord, door middel van spraakinvoer (die toetsenbordinvoer creëert), door middel van een muis (bij gebruik van een toetsenbord op het scherm), en door een grote verscheidenheid van hulptechnologieën die als hun uitvoer gesimuleerde toetsaanslagen creëren. Geen andere vorm van invoer heeft dezelfde flexibiliteit, wordt zo universeel ondersteund en is bedienbaar door mensen met zoveel verschillende functiebeperkingen, zolang de toetsenbordinvoer ten minste niet van tijd afhankelijk is.

Merk op dat het aanbieden van universele toetsenbordinvoer niet wil zeggen dat andere soorten invoer niet zouden moeten worden ondersteund. Geoptimaliseerde spraakinvoer, geoptimaliseerde muis-/aanwijzerinvoer, enzovoort zijn ook goed. Het gaat erom dat er ook toetsenbordinvoer en -besturing wordt aangeboden.

Sommige apparaten hebben oorspronkelijk geen toetsenbord - bijvoorbeeld een PDA of een mobiele telefoon. Als deze apparaten echter een webbrowser bieden, moeten ze een modus hebben om tekst of "toetsaanslagen" te genereren. Deze richtlijn gebruikt de term "toetsenbordinterface" om te erkennen dat webcontent zou moeten worden bediend door middel van toetsaanslagen die kunnen komen van een toetsenbord, toetsenbordemulator, of andere hardware of software die toetsenbord- of tekstinvoer genereert.

Succescriterium 2.1.1 Toetsenbord

2.1.1 Toetsenbord: Alle functionaliteit van de content is bedienbaar via een toetsenbordinterface zonder dat afzonderlijke toetsaanslagen aan tijd gebonden zijn, behalve als de onderliggende functie een invoer vereist die afhangt van het pad dat de gebruiker aflegt en niet alleen van de eindpunten. (Niveau A)

Opmerking 1: deze uitzondering is gerelateerd aan de onderliggende functie, niet aan de invoertechniek. Als we bijvoorbeeld met de hand geschreven tekst invoeren, vereist de invoertechniek (met de hand geschreven tekst) padafhankelijke invoer, maar de onderliggende functie (tekstinvoer) vereist dat niet.

Opmerking 2: dit succescriterium verbiedt geen muisinvoer of andere invoermethoden naast de toetsenbordinvoer en wil dit ook niet ontmoedigen.

Niveau van conformiteit

A

Bedoeling van dit Succescriterium

De bedoeling van dit Succescriterium is om te garanderen dat, waar mogelijk, content kan worden bediend door middel van een toetsenbord of toetsenbordinterface (zodat er een alternatief toetsenbord kan worden gebruikt). Als content kan worden bediend door middel van een toetsenbord of alternatief toetsenbord, is deze te bedienen door mensen die niet kunnen zien (en die geen apparatuur kunnen gebruiken die oog-handcoördinatie vereisen, zoals een muis) en door mensen die gebruik moeten maken van alternatieve toetsenborden of van invoerapparatuur die fungeert als toetsenbordemulator. Toetsenbordemulatoren zijn onder meer spraakinvoersoftware, zuig-/blaassoftware, toetsenborden op het scherm, scansoftware en verschillende hulptechnologieën en alternatieve toetsenborden. Individuen met beperkt zicht kunnen ook moeite hebben om een aanwijzer te volgen en vinden het gebruik van software veel gemakkelijker (of alleen mogelijk) als ze deze vanaf het toetsenbord kunnen bedienen.

Voorbeelden van "aan tijd gebonden afzonderlijke toetsaanslagen" zijn onder andere situaties waarin een gebruiker binnen een korte tijdsperiode meerdere toetsaanslagen zou moeten herhalen of uitvoeren of waarin een toets voor langere tijd moet worden ingedrukt voordat de toetsaanslag wordt geregistreerd.

Het zinsdeel "behalve als de onderliggende functie een invoer vereist die afhangt van het pad dat de gebruiker aflegt en niet alleen van de eindpunten" is toegevoegd om onderscheid te maken met die dingen die niet redelijkerwijs vanaf een toetsenbord kunnen worden bestuurd.

De meeste handelingen die met aanwijsapparatuur worden uitgevoerd kunnen ook vanaf het toetsenbord worden verricht (bijvoorbeeld klikken, selecteren, verplaatsen en schalen). Een kleine categorie invoer die met aanwijsapparatuur wordt verricht, kan echter op geen enkele bekende manier vanaf het toetsenbord worden gedaan, zonder dat dit een buitensporig aantal toetsaanslagen vergt. Tekenen, aquarelleren en met een helikopter een hindernisbaan afleggen zijn voorbeelden van functies die padafhankelijke invoer vereisen. Voor het tekenen van rechte lijnen of regelmatige geometrische vormen, het herschalen van vensters en het slepen van objecten naar een locatie (waarbij het pad naar die locatie niet relevant is) is geen padafhankelijke invoer vereist.

Het gebruik van muistoetsen zou niet aan dit Succescriterium voldoen, omdat het geen toetsenbordequivalent is van de applicatie; het is een muisequivalent (dat wil zeggen, voor de applicatie lijkt het op een muis).

Aangenomen wordt dat er bij het ontwerpen van gebruikersinvoereigenschappen rekening mee wordt gehouden dat er toegankelijkheidseigenschappen voor het besturingssysteem op het toetsenbord zijn geïnstalleerd. Zo kunnen er bepaalde vaste toetscombinaties zijn ingesteld. In zo'n omgeving blijft content functioneren; deze stuurt geen gebeurtenissen die zouden conflicteren met de vaste toetscombinatie, met onbekende resultaten tot gevolg.

Specifieke voordelen van Succescriterium 2.1.1
  • Mensen die blind zijn (die geen apparaten kunnen bedienen die oog-handcoördinatie vereisen, zoals muizen)

  • Mensen met beperkt zicht (die moeite kunnen hebben om een aanwijzer op het scherm te zien of te volgen)

  • Sommige mensen met tremor in de handen vinden het erg moeilijk een muis te gebruiken en gebruiken daarom meestal een toetsenbord

Definities
functionaliteit

processen en resultaten die realiseerbaar zijn door actie van de gebruiker

toetsenbordinterface

interface die gebruikt wordt door software om invoer van een toetsaanslag te verkrijgen

Opmerking 1: een toetsenbordinterface staat gebruikers toe om invoer door middel van toetsaanslagen te leveren aan programma's, zelfs als de technologie oorspronkelijk geen toetsenbord bevat.

Voorbeeld: een PDA met aanraakscherm heeft zowel een toetsenbordinterface in zijn besturingssysteem ingebouwd als een aansluitpunt voor externe toetsenborden. Applicaties op de PDA kunnen de interface gebruiken om toetsenbordinvoer te verkrijgen ofwel van een extern toetsenbord of van andere applicaties die gesimuleerde toetsenborduitvoer leveren, zoals handschriftvertolkers of spraak-naar-tekst applicaties met "toetsenbordemulatiefunctionaliteit".

Opmerking 2: bediening van de applicatie (of onderdelen van de applicatie) door middel van een door een toetsenbord bediende muisemulator, zoals muistoetsen, wordt niet beschouwd als bediening door middel van een toetsenbordinterface omdat de bediening van het programma gebeurt door middel van zijn aanwijsinterface, niet door middel van zijn toetsenbordinterface.

Voldoen aan succescriterium 2.1.1 Toetsenbord (niveau A)

Afdoende technieken: technieken of combinaties van technieken die volstaan

Elk genummerd item in deze sectie staat voor een techniek of combinatie van technieken die afdoende wordt beschouwd om aan dit succescriterium te voldoen. Met de genoemde technieken wordt pas aan het succescriterium voldaan indien ze in overeenstemming zijn met de conformiteitseisen.

Bron: How to meet WCAG 2.0, success criterion 2.1.1 (Engelstalig)
Links in deze sectie verwijzen naar Engelstalige content.

  1. G202: Garanderen dat alle functionaliteit met een toetsenbord kan worden bediend

  2. Toetsenbordbediening garanderen door middel van van een van de volgende technieken.

    • H91: Gebruik van HTML bedieningselementen van formulieren en links (HTML)

    • PDF3: Zorgen voor de juiste tab- en leesvolgorde in PDF-documenten (PDF)

    • PDF11: Links en linktekst aanbieden met Link annotatie en het /Link structuurelement in PDF-documenten (PDF)

    • PDF23: Interactieve bedieningselementen van een formulier aanbieden in PDF-documenten (PDF)

    • SL15: Aanbieden van sneltoetsen die werken in de volledige Silverlightapplicatie (Silverlight)

  3. G90: Toetsenbordgestuurde event-handlers aanbieden

    door middel van van een van de volgende technieken:

    • SCR20: Gebruik van zowel toetsenbord- als andere apparaat-specifieke functies (Scripting)

    • SCR35: Acties toetsenbordtoegankelijk maken door middel van het onclick event van ankers en knoppen (Scripting)

    • SCR2: Gebruik van redundante event handlers van toetsenbord en muis (Scripting)

    • SL9: Afhandeling van toetsenbordinvoer om toetsenbordfunctionaliteit te kunnen gebruiken in Silverlight (Silverlight)

    • SL14: Aanbieden van aangepaste afhandeling van Ctrl-toetsen voor toetsenbordfunctionaliteit in Silverlight (Silverlight)

  4. FLASH17: Toegang tot een Flash object via het toetsenbord aanbieden en een toetsenbordval vermijden (Flash)

    EN met de volgende technieken, indien van toepassing:

    • FLASH22: Toetsenbordtoegankelijke acties toevoegen aan statische elementen (Flash)

    • FLASH16: Acties toetsenbordtoegankelijk maken door middel van het click event op standaard componenten (Flash)

    • FLASH14: Redundante event handlers gebruiken voor toetsenbord en muis in Flash (Flash)

Aanbevolen technieken: technieken die verder gaan dan is vereist

De items in deze sectie gaan verder dan wat is vereist om aan het succescriterium te voldoen. Ze kunnen worden gebruikt om content optimaal toegankelijk te maken.
Gebruik van aanbevolen technieken heeft geen invloed op het niveau van conformiteit dat kan worden geclaimd.

Bron: How to meet WCAG 2.0, success criterion 2.1.1 (Engelstalig)
Links in deze sectie verwijzen naar Engelstalige content.

  • XHTML role, state en value attributen gebruiken bij situaties waarin statische elementen worden hergebruikt als interactieve componenten van de gebruikersinterface (toekomstige link) EN SCR29: Aan statische HTML elementen acties toevoegen die met een toetsenbord toegankelijk zijn (Scripting)

  • Sneltoetsen aanbieden voor belangrijke links en bedieningselementen van formulieren (toekomstige link)

  • Unieke lettercombinaties gebruiken aan het begin van elk onderdeel van een lijst (toekomstige link)

  • De meest abstracte event handler kiezen (toekomstige link) (Scripting)

  • Het onactivate event gebruiken (toekomstige link) (Scripting)

  • Door de user agent reeds gebruikte gangbare toetsenbordcommando's vermijden (toekomstige link)

Gangbare fouten: praktijksituaties die veroorzaken dat webcontent niet voldoet

Als een 'gangbare fout' uit deze sectie van toepassing is, dan wordt niet aan het succescriterium voldaan.

Bron: How to meet WCAG 2.0, success criterion 2.1.1 (Engelstalig)
Links in deze sectie verwijzen naar Engelstalige content.

  • F54: Voldoet niet aan Succescriterium 2.1.1 doordat voor een functie alleen aanwijsapparaat-specifieke event handlers (waaronder bewegingen) zijn gebruikt

  • F55: Voldoet niet aan Succescriteria 2.1.1, 2.4.7, en 3.2.1 doordat script is gebruikt om de focus te verwijderen als content de focus krijgt

  • F42: Voldoet niet aan Succescriteria 1.3.1 en 2.1.1 doordat er event handlers aan elementen zijn toegevoegd om links na te bootsen op een manier die niet door software kan worden bepaald

Normatieve content op deze pagina

De volgende content op deze pagina heeft de status 'normatief' en is ongewijzigd overgenomen uit het normdocument Webrichtlijnen versie 2: